‘Denk eerst klein’ en ‘van 13 naar 12’ – nieuws over jaarrekeningen – Blog Marein Smits & Tim Carapiet

Per 1 november 2015 is boek 2 BW aangepast voor de jaarrekeningen en de publicatietermijnen daarvoor. Een nieuwe categorie ondernemingen is geïntroduceerd: de micro-onderneming. De criteria voor klein, middelgroot en groot zijn aangepast. De aloude 13-maanden termijn voor publicatie is verkort tot 12 maanden. De opmaaktermijn is verkort tot 10 maanden. Ten slotte geldt voor ondernemingen in bepaalde sectoren een aanvullende publicatieplicht over betalingen verricht aan overheden.

De wijzigingen gelden per boekjaar vanaf 1 januari 2016. Ze mogen eerder worden toegepast om van de nieuwe vrijstellingen gebruik te maken.

Denk Eerst Klein

De Uitvoeringswet richtlijn jaarrekeningen, aangenomen 30 september 2015, ingangsdatum 1 november 2015, geeft uitvoering aan de Europese richtlijn die beoogt de administratieve lasten te verlichten n. Focus ligt daarbij op kleine en middelgrote ondernemingen die een centrale plaats in de economie van de Unie innemen. Die focus is vervat in het adagium “denk eerst klein” dat als uitgangspunt geldt voor het beleid van de Europese Commissie in haar wetgevingsagenda. Dat heeft zich vertaald naar de introductie van “micro-ondernemingen”. Micro-ondernemingen beschikken over beperkte middelen om aan de veeleisende regelgevende voorschriften te voldoen. Zij worden niet geheel vrijgesteld van publicatieplicht, zodat voldoende inzage wordt behouden in hun handelstransacties en financiële toestand om belanghebbenden te beschermen. Het is de vraag of de accountants nu ook minder gaan vragen voor hun werk!

Vrijstellingen

De volgende categorieën ondernemingen worden onderscheiden:

  Micro-onderneming Klein Middelgroot Groot
Waarde activa volgens balans ≤ EUR 350.000 ≤ EUR 6.000.000 ≤ EUR 20.000.000 > EUR 20.000.000
Netto-omzet ≤ EUR 700.000 ≤ EUR 12.000.000 ≤ EUR 40.000.000 > EUR 40.000.000
Gemiddeld aantal werknemers < 10 < 50 < 250 > 250

Een onderneming mag de vrijstellingen toepassen als zij op twee achtereenvolgende jaren aan twee van de drie criteria voldoet. Een onderneming valt in een grotere categorie als zij vervolgens in twee achtereenvolgende jaren voldoet aan de voorwaarden van die (grotere) categorie. Ter illustratie de onderstaande tabel: de eerste regel geeft aan hoe een onderneming in een bepaald boekjaar kwalificeert, de tweede regel geeft aan welk vrijstellingsregime ze mag toepassen (nb: aan jaar 1 wordt voorbij gegaan, aangezien daar aparte voorwaarden voor gelden):

Jaar: 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Onderneming voldoet aan criteria van: Micro Micro Klein Middel Klein Middel Groot Groot Middel
Onderneming mag vrijstellingsregime toepassen: Micro Micro Micro Klein Klein Klein Middel Groot Groot

De vrijstellingen zijn, in algemene bewoordingen, de volgende:

  Micro-onderneming Klein Middelgroot Groot
Balans Zeer beperkt Beperkt Minder beperkt Onbeperkt
Verlies en winst Zeer beperkt Beperkt Minder beperkt Onbeperkt
Toelichting Geen Beperkt Minder Beperkt Volledig
Bestuursverslag Geen Geen Beperkt Volledig
Accountantsverklaring Geen Geen Ja Ja
Publicatie Zeer beperkte balans Beperkte balans

Beperkte Toelichting

Minder beperkte Balans, V&W, Toelichting, Bestuursverslag, Accountants-verklaring Balans, V&W, Toelichting, Bestuursverslag, Accountants-verklaring

 

In geval van beursnotering: verslag corporate governance

De verdere beperking in de verantwoording voor micro-ondernemingen ten opzichte van kleine ondernemingen ziet met name op nog minder posten in de balans en verlies en winstrekening. Deze posten mogen bovendien vaak worden samengetrokken, bijvoorbeeld alle schulden verantwoord in één post. Ook kan de toelichting achterwege blijven.

Kleine ondernemingen hoeven minder te rapporteren: deze beperking ziet onder andere op de vervallen toelichting over deelnemingen en het achterwege laten van aanduiding van winstbewijzen en resultaatbestemming.

Beursgenoteerde ondernemingen, kredietinstellingen, verzekeraars en nader aan te wijzen organisaties van openbaar belang, komen niet in aanmerking voor genoemde vrijstellingen.

Het Bestuursverslag is de nieuwe naam van het jaarverslag. Het verslag is onderwerp van de controle van de accountant, die materiële onjuistheden moet detecteren en rapporteren in zijn verklaring.

Kappen! Bijzondere verklaring omtrent betalingen aan overheden

Sommige ondernemingen krijgen een aanvullende rapportageverplichting. Het betreft grote en beursgenoteerde ondernemingen die actief zijn in de winningsindustrie of de houtkap van oerbossen. Zij moeten rapporteren over betalingen die zij doen aan de overheden van de landen waar zij actief zijn (zogenaamde country-by-country reporting). Het doel van deze regeling is ambitieus: toename van transparantie over dergelijke betalingen, toename van de druk op overheden van grondstofrijke landen om openheid te geven over het gebruik van de grondstoffen en de besteding van die overheidsinkomsten, afname van corruptie en omkoping en daardoor stimulering van goed bestuur en van de politieke stabiliteit in de betrokken landen en het verkrijgen van meer informatie over investeerders in deze industrietak.

De rapportage ziet op betalingen voor productierechten, belastingen en royalty’s en wordt gedaan in een apart verslag, los van jaarrekening en bestuursverslag. Het wordt wel op dezelfde wijze als de jaarrekening openbaar gemaakt via het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Nadere invulling van deze verplichting volgt per algemene maatregel van bestuur. Ook laat de wet ruimte voor aanwijzing van ondernemingen in andere sectoren dan de winningsindustrie of de houtkap, hoewel het concept AMVB vooralsnog niet verder gaat dan deze.

Let op: nieuwe termijnen

Voor rechtspersonen op wie een publicatieplicht van de jaarrekeningen rust, geldt een verkorting van de termijn waarbinnen de opgemaakte jaarrekeningen moeten zijn gedeponeerd en gepubliceerd bij de Kamer van Koophandel. Voorheen gold als absolute deadline 13 maanden na einde boekjaar. Dat is naar 12 maanden verkort voor de BV, de NV en voor onderneming-drijvende stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen.

Deze verkorting komt terug in een verkorte termijn waarbinnen de jaarrekeningen uiterlijk moeten zijn opgemaakt door het bestuur: 10 maanden. De besturen van een BV of NV moeten de jaarrekeningen voorleggen aan de algemene vergadering binnen 5 maanden na einde boekjaar, welke termijn kan worden verlengd met maximaal 5 maanden (in plaats van 6). Voor onderneming-drijvende stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen geldt een eerste termijn van 6 maanden, maximaal te verlengen met 4 maanden (voorheen 5). De algemene vergadering, ledenvergadering, of ander bevoegd orgaan heeft maximaal twee maanden de tijd om de jaarrekening vast te stellen. Stelt zij deze eerder vast, dan geldt nog steeds dat de goedgekeurde jaarrekening binnen 8 dagen na vaststelling moet worden gepubliceerd. De termijnen op een rij:

Jaarrekening termijnen BV, NV Stichtingen en verenigingen die kwalificeren onder artikel 2:360 lid 3 BW, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen
Opmaken Binnen 5 maanden na einde boekjaar Binnen 6 maanden na einde boekjaar
Verlenging 5 maanden 4 maanden
Publicatie uiterlijk Binnen 8 dagen na vaststelling, of uiterlijk binnen 12 maanden na einde boekjaar Binnen 8 dagen na vaststelling, of uiterlijk binnen 12 maanden na einde boekjaar

Inwerkingtreding

De wijzigingen gelden per 1 november 2015 en zullen voor het eerst verplichte toepassing vinden op de jaarrekeningen met een boekjaar dat loopt vanaf 1 januari 2016. Het staat ondernemingen vrij om de nieuwe voorschriften toe te passen op jaarrekeningen met boekjaar 2015, zodat zij eerder gebruik kunnen maken van eventuele vrijstellingen of reeds verslag kunnen doen over verrichte betalingen aan overheden.

 

Deel bijdrage: