Panama Papers, inkeren en verstoppertje spelen met de fiscus – Blog Martin Lambregts

Kranten, week- en nieuwsbladen staan stijf van de Panama Papers. Vanuit vele verschillende hoeken wordt dit grootschalige en internationale ‘belastingschandaal’ geduid. Fiscalisten tuimelen over elkaar heen om vooral te benadrukken hoezeer belastingontwijking en belastingontduiking toch van elkaar verschillen, terwijl het er allebei uiteindelijk op neerkomt dat geen of minder belasting wordt betaald.

Belastingontwijking is legaal omdat daarbij binnen de grenzen van de wet gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden om zo min mogelijk belasting te betalen: iedereen heeft nou eenmaal het recht de fiscaal voordeligste weg te bewandelen. Belastingontwijking daarentegen is illegaal omdat daarbij bewust geen of onjuiste aangifte wordt gedaan of verschuldigde belasting niet wordt afgedragen (belastingfraude).

De grens tussen beide vormen van belastingbesparing is lang niet altijd even scherp omdat men het niet altijd eens is over hoe de wet uitgelegd moet worden. Heeft iemand geen of minder belasting betaald op grond van goede argumenten (‘pleitbaar standpunt’) of is ’s Rijks schatkist bewust en in strijd met de wet benadeeld? Voer voor fiscaal advocaten.

Een voorbeeld van belastingplichtigen die in de categorie belastingontduikers worden geplaatst zijn de zwartspaarders met rekeningen in landen als Zwitserland en Luxemburg bij banken als UBS, Credit Suisse en Safra Sarasin die – als laatste der Mohikanen – een bankgeheim hadden dat nu steeds verder afkalft. Waar multinationals vooralsnog geen strobreed in de fiscale weg wordt gelegd, voert staatssecretaris van Financiën Wiebes de druk op deze zwartspaarders behoorlijk op.

Zo wordt de vergrijpboete voor wie zijn zwarte vermogen niet vóór 1 juli 2016 bij de Belastingdienst aangeeft verdubbeld van 60% naar 120% van het bedrag dat aan belasting is ontdoken. Wie niet vóór 1 juli 2016 gebruik maakt van de speciale inkeerregeling riskeert dus zijn gehele (zwarte) spaargeld kwijt te raken aan inkomstenbelasting, rente en boetes. Wij zien gelukkig in ieder geval twee argumenten om de schade voor inkeerders te beperken.

Allereerst wordt op dit moment de discussie gevoerd of de vermogensrendementsheffing in box 3 niet in strijd is met het eigendomsrecht, omdat de wet uitgaat van een fictief jaarlijks rendement van 4%. Dat rendement behaalt lang niet iedereen op zijn zwarte vermogen. Belasting betalen (naar aanleiding van een inkeer) terwijl (bijna) geen rendement wordt gemaakt leidt dan tot aantasting van het eigendom en daarmee tot aantasting van het eigendomsrecht.

Ten tweede was het boetepercentage voor inkeerders in het verleden lager – op enig moment zelfs 0% – zodat wie nu inkeert moet kunnen profiteren van die eerdere, lagere boetepercentages (op grond van het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel).

Hoewel er dus zeker valt af te dingen op de strenge voornemens van Wiebes om de zwartspaarders nog steviger aan te pakken, heeft hij gelijk als hij zegt dat het net zich steeds verder sluit. Daar draagt het aanstaande UBO-register ook aan bij, dat Nederland uiterlijk op 26 juni 2017 moet hebben. In dat openbare register zullen van elke entiteit de uiteindelijke rechthebbenden opgenomen worden (zie ons blog).

Of het net uiteindelijk helemaal vrij zal zijn van mazen is nog maar de vraag, maar het verstoppertje spelen met de fiscus wordt er in ieder geval niet eenvoudiger op.

 

Deel bijdrage: