Edo Smid en Dennis A. Evertsz bespreken de zorgen over het UBO register en een mogelijke oplossing voor de aandeelhouders die hun belangen buiten de openbaarheid willen houden.
Nederland moet per 26 juni 2017 een zogenaamd “UBO-register” hebben waarin alle grootaandeelhouders van Nederlandse rechtspersonen moeten zijn opgenomen. Dit register, dat volgt uit een Europees richtlijn, zou witwassen van crimineel geld en financiering van terrorisme verder tegen moeten gaan. De keerzijde is dat de privacy en de veiligheid van grootaandeelhouders en familiebedrijven in Nederland, maar ook in heel Europa, hierdoor in het geding komen.
UBO staat voor “Ultimate Beneficial Owner” oftewel de uiteindelijk belanghebbende. Eenvoudig gezegd is de UBO de natuurlijk persoon die achter de schermen bij een vennootschap of een andere rechtspersoon, zoals een stichting administratiekantoor aan de touwtjes trekt. Van geval tot geval zal moeten worden beoordeeld of hiervan sprake is. Een indicatie voor het zijn van UBO is onder meer het hebben van een belang van meer dan 25%.
De contouren van het UBO-register in Nederland zijn al bekend gemaakt. Het wetsvoorstel is nog niet bij de Tweede Kamer ingediend. In het voorziene UBO-register zullen de (1) naam (2) geboortemaand (3) geboortejaar (4) nationaliteit (5) woonstaat (6) en de aard en omvang van het belang worden opgenomen. Dit register zal als het aan de Nederlandse regering ligt publiek toegankelijk worden.
Familiebedrijven en grootaandeelhouders vrezen voor hun persoonlijke veiligheid en die van familieleden als gegevens over hun vermogen publiekelijk bekend worden. Met deze gegevens en de gepubliceerde jaarrekeningen kan iedereen namelijk achterhalen hoeveel iemand waard is. Een zegen voor journalisten, tijdschriften zoals Quote 500 en nieuwsgierige buren.
Privacy en veiligheid achtte de regering ondergeschikt aan het hogere doel, namelijk het voorkomen van witwassen van geld en terrorismefinanciering. Kennelijk is de regering de ontvoeringen vergeten die vermogende families hebben getroffen (Heineken, Heijn, Van der Valk, Alberda Jelgersma). Familiebedrijven en grootaandeelhouders zijn daarom haastig opzoek naar manieren om aan de UBO-registratie te ontkomen.
Belangen gehouden via een Curaçaose trust-overeenkomst en een Stichting Particulier Fonds vallen in beginsel buiten de werking van het UBO-register. Voor trustkantoren die ook diensten willen verlenen aan family offices kan het instrument van de Curaçaose trust en de Stichting Particulier Fonds zich als interessant product ontwikkelen en de sector een positieve impuls geven. De omvorming van zeggenschap vanuit bijvoorbeeld een Nederlandse stichting administratiekantoor naar een Curaçaose trust vergt een samenhangende juridische en fiscale begeleiding in twee jurisdicties.
Dit artikel is gepubliceerd in de Amigoe van 7 maart 2017
Zie ook het eerder verschenen artikel over het UBO register en het centraal aandeelhoudersregister.