Op 3 april jl. heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid spoedwetgeving aangekondigd om: “praktische problemen op te lossen die het gevolg zijn van de coronacrisis.”
Onderdeel van die spoedwetgeving is dat het bestuur kan bepalen dat de algemene vergadering uitsluitend via livestream te volgen is, waarbij als voorwaarde geldt dat leden en aandeelhouders tijdens die vergadering of van tevoren vragen kunnen indienen, die uiterlijk op de vergadering zelf worden beantwoord.
In het wetsvoorstel vallen met name twee zaken op:
- Indien een lid of aandeelhouder niet optimaal heeft kunnen deelnemen aan zo’n vergadering, dan zijn de genomen besluiten toch rechtsgeldig; en
- Er lijkt ruimte te worden gelaten voor de mogelijkheid dat besluiten op reeds gehouden livestream vergaderingen met terugwerkende kracht rechtsgeldig zijn genomen.
Op basis van dit bericht is het dus de vraag hoe moet worden omgegaan met bijvoorbeeld:
- een slechte (video)verbinding op mogelijk cruciale momenten in de algemene vergadering; of
- onenigheid over besluiten op reeds gehouden livestream-vergaderingen waarbij de leden of aandeelhouders niet (goed) hebben vastgelegd in te stemmen met de manier van besluitvorming;
Het wetsvoorstel is nu naar de Raad van State. Uit het persbericht volgt dat de tekst van het wetsvoorstel en het advies van de Raad van State openbaar worden bij indiening bij de Tweede Kamer.
Het persbericht van de Rijksoverheid vindt u hier: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/04/03/spoedwetgeving-op-het-terrein-van-justitie-en-veiligheid
Wordt dus vervolgd.